Risiconorm voor arbeidsveiligheid?
Door de overheid is een maximum gesteld aan het risico waaraan haar burgers mogen worden blootgesteld. Dat geldt voor het risico van het vrijkomen van (acuut) gevaarlijke stoffen voor omwonenden van installaties/ transportroutes. Dat risico wordt berekend en getoetst aan een norm voor acceptabel risico (10-6 /jr voor Plaatsgebonden Risico).
Vreemd genoeg bestaat er voor arbeidsveiligheid met betrekking tot het vrijkomen van (acuut) gevaarlijke stoffen geen norm. Toch worden er ook arbeidsveiligheid risicoanalyses uitgevoerd door bedrijven. De overheid stimuleert dat en de analyses worden door inspecteurs van I-SZW gecontroleerd. De bedrijven hanteren een eigen methodiek en norm. De methodiek is veelal een LOPA en de bedrijfsnorm is meestal vastgelegd in een risicomatrix. De I-SZW inspecteurs lopen hier tegen twee problemen aan:
- Er is geen door de overheid voorgeschreven methodiek en er is geen standaard richtlijn voor faaldata beschikbaar.
- Er is geen overheids risiconorm beschikbaar om te toetsen of het risico acceptabel is.
Controle op juistheid van de analyses door de inspecteurs is dus lastig, er ontstaan vaak discussies. Het maakt het leven van een inspecteur van Major Hazard bedrijven (‘Seveso’) er niet gemakkelijker op.
Haalbaarheidsstudie NRM
Het duurde even, maar SZW kwam ook tot de conclusie dat er een transparante, voorgeschreven risicoanalyse methodiek zou moeten komen. Zodat de risicoanalyse door de inspecteurs goed te controleren is. SZW heeft opdracht gegeven om een verkenning uit te voeren naar de haalbaarheid van een Normatieve Risico Methodiek (NRM) voor arbeidsveiligheid. Deze haalbaarheidsstudie is eerder dit jaar uitgevoerd (door ondergetekende). Het verslag daarvan is onlangs vrijgegeven en kan hier worden gedownload.
Er is uitgegaan van de methode die het meest aansluit bij de reeds gehanteerde methoden in de bedrijven en die geschikt is voor een NRM: de LOPA methodiek. LOPA studies van 8 bedrijven zijn gereviewed. Dit om na te gaan of de LOPA rekenregels worden toegepast en welke norm wordt gehanteerd. Verder is nagegaan hoe een NRM zich zou verhouden tot de Arbowetgeving en de stand der techniek.
Klankbordoverleg
De industrie was via een klankbordoverleg bij het project betrokken (VNCI, VNO/NCW en VNPI). Dit overleg is drie maal gehouden. Ook BRZO+ en SZW/beleid zaten in het overleg.
Conclusies
Rekenmethodiek
De ‘LOPA’ rekenregels zoals vastgelegd door de CCPS worden over het algemeen niet consequent toegepast. De meeste bedrijven verwijzen wel naar de CCPS handboeken, maar gebruiken vervolgens niet alle data en regels die zijn gepubliceerd. Dat maakt dat de risicoanalyses van de bedrijven niet voldoende betrouwbaar/reproduceerbaar en verifieerbaar zijn. Dat heeft geen relatie tot de LOPA methodiek als zodanig.
Risiconormering
Uit de LOPA cases blijkt dat de normering via een risicomatrix bij de bedrijven zich ongeveer binnen vier orden van grootte bevinden (met deels verklaarbare uitschieters). Zie de tabel. Let wel: de bedrijven gaan verschillend om met de eisen gesteld aan evt. maatregelen voor verdere risicoreductie in het ALARP gebied. Bij een NRM zal hier standaardisering moeten plaatsvinden via een norm voor acceptabel risico voor arbeidsveiligheid.
Evaluatie en aanbevelingen
De analyse van de door 8 bedrijven beschikbaar gestelde risicoanalyses toont aan dat de LOPA methode geschikt is om de NRM op te baseren. De kwaliteit van de analyses (methode, data, uitgangspunten) kent nu echter nog een (te) grote variatie.
- Geconcludeerd wordt dat een gestandaardiseerde, Normatieve Risicoanalyse Methodiek (NRM), inclusief norm voor arbeidsveiligheid noodzakelijk is. Dit is in het belang van de veiligheid van werknemers.
- Voor de normstelling kan de reeds bij de meeste bedrijven ingeburgerde Risicomatrix gehanteerd worden. Deze dient gestandaardiseerd en gekalibreerd te worden.
- Naar analogie met Externe Veiligheid is een NRM expertise centrum gewenst.
Aanbevelingen voor voorwaarden waaraan een NRM zou moeten voldoen:
- In eerste instantie gericht op Procesveiligheid voor werknemers (BRZO kader). Basis: LOC scenario’s (via HAZOP).
- Voldoen aan wetgeving (incl. ATEX) en aansluiten bij internationale praktijk.
- Geharmoniseerde, consistente (vastgelegde) methode (Handboek, baseren op CCPS). Aantal vrijheidsgraden beperken.
- Geharmoniseerde normering: kalibreren risicomatrix met consequentie analyse (wat zijn de gevolgen van het stellen van een bepaalde norm). De te hanteren norm mag niet leiden tot hogere of lagere risico’s.
- Een NRM moet kunnen aantonen dat voldaan wordt aan de Arbowetgeving (stand der techniek). Dit vereist aandacht hiervoor in het NRM handboek.
- Beschikbaarheid van een expertisecentrum NRM (vergelijk RIVM voor QRA).
Hoe verder?
Een belangrijk knelpunt is de aarzeling van SZW om een norm voor arbeidsveiligheid te definiëren. Het idee bestaat dat een norm in strijd is (kan zijn) met de Arbowetgeving. In de haalbaarheidsstudie is beredeneerd dat dit niet juist is. SZW heeft constructief besloten tot een verdere uitwerking via de twee sporen die in de notitie worden genoemd:
Spoor 1: De NRM methode en bijbehorende faalgegevens: Aan dit spoor wordt verder gewerkt door de procesindustrie.
Spoor 2: Een Procesveiligheidsnorm waaraan het berekende risico wordt getoetst. Dit spoor wordt uitgewerkt door het ministerie SZW in samenwerking met BRZO+.
Ik zie uit naar de voortgang.